De Allgäuer Alpen zijn een uitstekende bestemming voor wie houdt van een actieve vakantie in de bergen. Deze berggroep ligt deels in Zuid-Duitsland (Beieren), deels in Oostenrijk (Tirol en Vorarlberg) en is daarmee een grensoverschrijdende regio met een bijzonder afwisselend landschap. Van steile grasbergen tot scherpe kalktoppen: de diversiteit is groot. Dankzij de ligging aan de noordzijde van de Alpen is het gebied relatief snel bereikbaar vanuit Nederland. Het is dan ook het dichtstbijzijnde echte Alpengebied voor Nederlandse bergliefhebbers.
De Allgäuer Alpen zijn bijzonder geschikt voor wandelaars van elk niveau. Gezinnen met kinderen vinden hier toegankelijke paden op lage en middelhoge hoogte. Ook sportieve wandelaars en ervaren bergsporters komen aan hun trekken, dankzij de vele berghutten, hoogalpiene routes en beroemde Höhenwege. Wie op zoek is naar een meer hoogalpiene beleving zit hier minder goed. Ook het weer is door de noordelijke ligging iets wisselvalliger. Toch maakt de combinatie van bereikbaarheid, bergbeleving en cultuur deze regio uniek.
De Allgäuer Alpen bevinden zich in het noordwesten van de Oostalpen, op de grens van Duitsland en Oostenrijk. Ze beslaan delen van de Duitse regio Allgäu in Beieren en de Oostenrijkse deelstaten Vorarlberg en Tirol. De natuurlijke grens met het Alpenvoorland wordt gevormd door de rivier de Lech in het oosten en zuiden, en door de Bregenzer Ache in het westen. In het noorden gaan de bergen geleidelijk over in de Beierse Hoogvlakte. Het massief grenst aan andere bekende gebergtes, zoals het Bregenzerwald, de Lechtaler Alpen en de Ammergauer Alpen.
De Allgäuer Alpen zijn ongeveer 75 kilometer lang en 50 kilometer breed. De hoogste top is de Großer Krottenkopf (2657 meter), die net over de grens in Oostenrijk ligt. De combinatie van kalksteen en grasbergen geeft het landschap een opvallend groen karakter, wat het gebied uniek maakt binnen de Alpen.
Vanuit Nederland zijn de Allgäuer Alpen een van de snelst bereikbare Alpenregio’s. Vanuit Utrecht rij je in ongeveer zeven tot acht uur naar Oberstdorf, het bekendste bergsportdorp in de regio.
Met de trein reis je via Ulm en Kempten naar station Oberstdorf. Dit is het eindpunt van de lijn, en vanuit het station vertrekken bussen naar omliggende dorpen zoals Tiefenbach, Rubi of Kornau. Ook dorpen als Immenstadt, Sonthofen en Füssen zijn met de trein goed bereikbaar.
Wie liever met het vliegtuig reist, kan kiezen uit luchthavens als München, Memmingen of Innsbruck. Vanaf daar kun je per huurauto of trein eenvoudig naar de regio reizen. Memmingen ligt het dichtstbij en wordt regelmatig door budgetmaatschappijen aangevlogen.
De Allgäuer Alpen bieden dus niet alleen indrukwekkende natuur en sportieve mogelijkheden, maar ook interessante culturele en historische bezienswaardigheden binnen de grenzen van het bergmassief zelf.