De Beierse Vooralpen (Bayerische Voralpen) vormen een langgerekte keten in het zuidoosten van Duitsland en een stukje Oostenrijk. Dit berggebied barst van de wandel- en fietsmogelijkheden, maar is ook beroemd om zijn talloze meren, gezellige dorpjes en rustige dalen. Hier vind je toppen die zelden hoger reiken dan 2.000 meter, wat de bergen toegankelijk maakt voor gezinnen, beginnende bergwandelaars en iedereen die op zoek is naar een ontspannen alpiene ervaring. Van glooiende weiden tot steile kalksteenkliffen en van turquoise bergmeren tot knusse berghutten: de Beierse Vooralpen zijn de perfecte mix van natuur en cultuur.
Waar liggen de Beierse Vooralpen?
De Beierse Vooralpen maken deel uit van de Noordelijke Kalkalpen en liggen langs de grens van Duitsland (Beieren) en Oostenrijk (Tirol). Het gebied strekt zich uit van de rivier de Inn bij Oberaudorf in het oosten tot ten noorden van Garmisch-Partenkirchen in het westen, met een lengte van zo’n 80 kilometer. In het noorden grenzen de bergen aan het groene Alpenvoorland, in het zuiden aan hogere bergketens zoals de Rofan en het Karwendel. Binnen de Beierse Vooralpen vind je verschillende deelgebieden. Het Mangfallgebergte in het oosten is het bekendst en herbergt meren als de Tegernsee en Schliersee, evenals de markante Wendelstein. In het westen ligt het Estergebergte, met de Krottenkopf (2.086 m) als hoogste punt. Daartussen vind je kleinere groepen zoals de Kocheler bergen en de Benediktenwandgroep.
Hoe reis je het makkelijkst naar de Beierse Vooralpen?
Dankzij de ligging vlak bij München zijn de Beierse Vooralpen verrassend makkelijk bereikbaar.
Met de auto: Vanuit Utrecht rijd je in ongeveer 8,5 à 9 uur naar bijvoorbeeld de Tegernsee of de Walchensee, afhankelijk van verkeersdrukte. Vanuit München sta je vaak al binnen 1 tot 1,5 uur aan de voet van de bergen.
Met de trein: Vanuit Nederland reis je met één of twee overstappen naar München (circa 7,5 uur). Vanaf daar brengen regionale treinen je rechtstreeks naar plaatsen als Lenggries, Tegernsee, Bayrischzell of Garmisch-Partenkirchen. In veel dorpen zijn wandelroutes direct vanaf het station te starten.
Omdat de regio relatief compact is, kun je met het openbaar vervoer en een goede wandelkaart prima meerdere plekken in één vakantie ontdekken.
De Beierse Vooralpen zijn rijk aan meren, bergtoppen en culturele bezienswaardigheden. Enkele hoogtepunten:
Meren: De turquoise Walchensee en de stuwmeerachtige Sylvensteinstausee gelden als de mooiste van de regio. Ook de Tegernsee en Schliersee zijn geliefd om hun wandel- en fietsroutes en gezellige dorpen.
Bergtoppen: De Rotwand (1.884 m) en de Wendelstein (1.838 m) zijn populaire dagtochten; de Krottenkopf vormt het dak van de Vooralpen. Voor een minder inspannende klim zijn er bergbanen zoals de tandradbaan naar de Wendelstein of de kabelbaan naar de Herzogstand.
Rustige dalen: In de Valepp en de Jachenau vind je nauwelijks liften en toeristische drukte, maar juist stilte en ongerepte natuur.
Culturele parels en uitvalsbases: Bad Tölz, met zijn kleurrijke gevels en marktplein, is een charmante stad aan de Isar. Lenggries ligt midden in het wandelgebied van het Karwendel en Estergebergte. Rottach-Egern en Tegernsee zijn perfect voor wie meren en bergen wil combineren, terwijl Bayrischzell en Fischbachau ideaal liggen voor het Mangfallgebergte.
Voor het westelijke deel van de Vooralpen is Garmisch-Partenkirchen een logische keuze. Deze wereldberoemde wintersportplaats aan de voet van de Zugspitze is ook buiten het skiseizoen een topbestemming. In de winter vind je er skipistes, langlaufloipes en het Vierschansentoernooi; in de zomer is het dé uitvalsbasis voor wandelingen in het Estergebergte, de Ammergauer Alpen en tochten naar de Zugspitze.
Dit kun je doen op bergsportvakantie in de Beierse Vooralpen